Beeld: Richard Proudley

In gesprek met // Jet, Dago en Piet

Sectie
Gesprekken
Overbos
Participatie

Impressies van een gesprek met Jet, voormalig journalist; Dago, voormalig coördinator ruimtelijke ordening in Noord-Holland en acht jaar lang lid van Provinciale Staten; en Piet, voormalig technicus.

Voor deze drie bewoners is het prettig wonen in de wijk, vooral omdat de sociale samenhang in de kleinere ‘blokken’ goed is. De wijk verandert langzaam wel. Veel oude huurwoningen zijn verkocht, en vonden meteen gretig aftrek, terwijl ze toch bepaald niet goedkoop waren. De wijk is dus divers, bijvoorbeeld qua ‘vermogensposities’.

Jet: ‘De woningen waren in het begin zeer gammel: rioleringen waarvan de stukken niet goed aan elkaar zaten, vloeren met gaten erin. Dit is vaak later verbeterd, waarbij Ymere een goede rol speelde.'

'Veel bewoners klusten ook zelf, ondanks dat het vrijwel altijd om huurwoningen ging. Mooi is dat er nu vrij veel met houtskeletbouw wordt gewerkt, wat de huizen meer waard maakt.’

Veel bewoners zijn trots op hun huis én op hun tuin. Dit is een goed alternatief voor het soms wat armoedige groen. Dago: ‘Destijds zijn er snelgroeiers geplant, populieren vooral, die na een tijd rijp zijn voor vervanging.’ Er wordt wel aan de verbetering van het groen gewerkt, maar vaak hapsnap, er zit niet één plan voor de hele wijk achter. Een ergernis van veel bewoners zijn ook de bladeren die niet of erg laat worden opgeruimd. Dat heeft ook met kosten te maken.

Dago: ‘De plantsoenendienst heeft maar een klein budget. Te klein, zonder meer. Dus dan komt het er vaak op neer dat je het zelf moet onderhouden. En dan hebben we het er nog niet over dat er volgens veel bewoners nog niet genoeg groen is.’

Wie het zich fysiek kan permitteren, fietst dan nog liever naar Toolenburg en Floriande

Aan seniorenwoningen is zonder meer behoefte, maar de wijk is ruimtelijk gezien eigenlijk te vol voor bouw daarvan. Dago: ‘De ruime opzet van de wijk betreft alleen de parkeergelegenheid, die destijds ver boven de landelijke norm lag. De huizen zelf zijn klein; net als de tuintjes. Toch breiden velen hun huis uit.’

Jet: ‘Het wijkcentrum is goud waard; fantastisch wat er allemaal georganiseerd wordt, en hoe. Maar nu wordt daar op initiatief van de landelijke politiek ook weer op bezuinigd.’

Het laatste woord is voor Dago: ‘Het winkelaanbod is schraal. Wie het zich fysiek kan permitteren, fietst dan nog liever naar Toolenburg en Floriande, waar duidelijk hogere kwaliteit te vinden is. Maar dat kan niet iedereen. Er zijn, kortom, te weinig voorzieningen. Terwijl veel mensen – ouderen natuurlijk vooral – die juist heel erg graag in de buurt zelf willen hebben.’