Mini-conferentie // Impressie Marcel Duyvestijn

Sectie
Erfgoed
Gesprekken
Artikelen
Inspiratie
MRA

Marcel Duyvestijn deelt zijn impressie over de mini-conferentie van 13 september. Waarin ambtenaren, architecten, fotografen, landschapsexperts, kunstenaars en beleidsmakers in dialoog over de stelling: ‘Ons perspectief op wat een mooi landschap is, dient te worden herzien’.

Een mooi landschap heb je niet zomaar

Een impressie van een dialoog over een grote vraag - de identiteit van het landschap. We hebben een aanzet gemaakt, de vraag is enorm, de tijd was te krap, de standpunten en variëteit van onderzoek en verkenning is enorm. De identiteit van het landschap vraagt om blijvende aandacht. Krijgt vervolg.

Ver in het veld van boer Molenaar sprak, 13 september, een groep van een mens of veertig over het landschap in Haarlemmermeer. De prikkelende stelling was:

‘Ons perspectief op wat een mooi landschap is, dient te worden herzien’.

Het was een vraag vanuit het programma Mooi NL van ministerie BZK. Podium voor Architectuur verpakte de vraag over de identiteit van het landschap als ‘opgewekt kritisch gesprek’ onder leiding van Jutta Hinterleitner, expert op gebied van ontwerpend onderzoek en betrokken bij onder andere Platform Ontwerp NL en Vereniging Deltametropool. Maar eerst wees Yvonne Lub naar de foto’s van Martijn de Clercq, die iets verder aan waslijnen tussen de bomen hingen. Hij reed met zijn camera door de polder om iets van een identiteit te vangen.

Kortom: midden in de natuur vond een miniconferentie plaats. Een impressie.

Foto: Martijn de Clercq
Foto: Martijn de Clercq

Wie met een drone over gevlogen zou zijn, zou een vreemd beeld zien. Midden in het veld zaten ambtenaren, architecten, fotografen, landschapsexperts, kunstenaars en beleidsmakers met dekens over de knieën te praten, in een soort heksenkring. De wind waaide door de bomen heen, toen Dirk Molenaar zich introduceerde. Hij is een boer en hij blijft een boer. Maar omdat hij geen opvolger heeft in zijn bedrijf, heeft hij het roer omgegooid. ‘Kan ik van mijn land een landgoed maken, dat openbaar is voor iedereen, waar ik evenementen kan organiseren en tegelijk een parkachtig landschap aan kan leggen’? Een ingewikkelde, maar ook spannende keuze. Eigenlijk kun je zijn landgoed Kleine Vennep ook het epicentrum van Park21 noemen. Dit park, dat de gemeente Haarlemmermeer wil aanleggen, is enorm groot en ligt grofweg tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep.

Foto: Martijn de Clercq
Foto: Martijn de Clercq

Marcel Duyvestijn stond vervolgens op, om een vurige column uit te spreken, waarbij hij opriep om de regie te pakken, als het gaat om de ruimtelijke ordening in Haarlemmermeer. Het was niet alleen een pleidooi om groots te denken, groots te doen, maar ook alles met liefde te doen. ‘Soms voelt het landschap hier wat leeg, liefdeloos en verlaten.’ Maar hij noemde ook plekken, waar mensen echt van houden, echt iets van wilden maken. ‘Maak het groots, maak het wild, maak het fijn. Durf. Want dat is het. Je hebt lef nodig om liefde in dit landschap te leggen.’

Annemarie Lodder, landschapsarchitect van de gemeente Haarlemmermeer presenteerde daarna haar perspectief op het landschap van Haarlemmermeer West, die ze de naam ‘Luisteren naar het Landschap’ meegaf. ‘Een beetje liefdeloos’ noemde ze de groenstructuur in deze buurt van de polder. Ze vond het jammer dat de stedelijkheid ook in dit gebied blijft oprukken. Zij pleitte voor een interessant landschap, dat met klimaat- en waterbergingsopgaven van de toekomst aankan. Die langetermijnvisie is essentieel. Zorg voor mooie doorzichten en laat stad en land met elkaar verbonden worden, door paden en wegen, zodat iedereen ook echt kan genieten van de omgeving.

Lisa Timmerman, die bij Stichting Mooi Noord-Holland werkt, adviseert diverse overheden over de ‘omgevingskwaliteit’. Zij pleit er voor landschappen toegankelijker en ‘beleefbaarder’ te maken, en dubbelgebruik te faciliteren. Ze zoomde vooral in op de Ringdijk en Ringvaart en de polderlinten. Wat die eerste betreft, vindt ze dat je de buurtschappen met elkaar kunt verbinden, maar dat gebeurt ook met de gebouwen, zoals de gemalen. Ze wil een lans breken voor de polderlinten. Die moeten zichtbaarder zijn en er moet meer aandacht zijn voor de verschillende verhalen die de linten vertellen.

''Maak landschappen toegankelijk en beleefbaar, faciliteer dubbelgebruik''

Dat Theo Baart geen aankondiging nodig heeft, moge duidelijk zijn. Hij is de visuele virtuoos die al vijftig jaar met zijn camera door de polder trekt, maar ook de vader van termen als ‘gebruikslandschap’ en ‘kreukelzone van Amsterdam’. Schiphol is ‘de olifant in de kamer’. Daar gaat ook zijn laatste boek over, waarin hij, samen met Tijs van den Boomen onderzoekt wat er vooral wél mogelijk is. ‘Het is een zoektocht naar een eerlijker balans tussen het algemeen belang en dat van de luchtvaartsector.’ Hij ziet dat de gemeente ‘slechts een speelbal’ is van Rijk, provincie en Amsterdam. ‘Je moet niet vreemd opkijken als je in de dagelijkse praktijk minder relevant blijkt te zijn dan je gebaseerd op omvang en strategische ligging zou kunnen zijn.’

De column van Theo Baart lezen? Klik hier

Tussen de pitches door, was er een levendige discussie over wat een goed landschap moet zijn. Hierin kwam naar voren dat we een lange termijnvisie nodig hebben. De lange zichtlijnen, het typische poldergrid en het relatief open karakter moeten behouden blijven. Het landschap is er voor mens en dier. Het is een uniek gebied, dat veel aandacht nodig heeft. Haarlemmermeer is ‘de maakbaarheid’ zelve, maar het is niet altijd doeltreffend geweest. Ook voorziet iedereen dat er veel zal veranderen. De openheid van het landschap zal minder worden, door verdere verstedelijking. Samenwerken was een veelvoorkomend woord. Want je moet elkaars belangen op elkaar afstemmen. Hier en daar werd ook de toekomst aangestipt. Biodiversiteit, waterberging, klimaatverandering. Het zijn uitdagingen waar we allemaal voor staan en die we niet moeten ontwijken.

Foto: Martijn de Clercq
Foto: Martijn de Clercq

Afsluitend, terwijl de wind door het open veld woei, luisterden we naar de Egyptische architect en ‘cultural heritage manager’ Amr Abotawila, die betrokken is bij het project ‘City of the Dead’ in Caïro. Hij liet foto’s zien waar een zeer stedelijk landschap te zien was. Geen groen, geen water. Maar ook hij had dezelfde soort boodschap:

"werk met elkaar samen, en met de mensen in de buurt. Samen kom je ergens".