De nieuwe uitbreidingswijk Overbos

Sectie
Wonen
Erfgoed
Artikelen
Overbos

Team Onderzoek ondersteunt het bestuur en de organisatie van de gemeente Haarlemmermeer met kennis en onderzoek over de Haarlemmermeerse samenleving. Het team werkt regelmatig samen met Podium voor Architectuur. Eerdere samenwerkingen waren het project ’Een jaar corona in Haarlemmermeer’: een onderzoek naar de impact van corona op de samenleving; en de tentoonstelling ‘Haarlemmermeer: van water, land en lucht: een expositie waarbij werd stilgestaan bij verleden, heden en mogelijke toekomsten van Haarlemmermeer.

De gemeentelijke plannen voor de nieuwe uitbreidingswijk Overbos

Het plan voor de wijk Overbos werd midden jaren ’70 opgesteld met de gedachte dat Overbos de afronding van Hoofddorp zou vormen. Dit uitgangspunt werd echter al snel door de tijd ingehaald. Overbos bleek opnieuw de eerste van een reeks uitbreidingswijken in Hoofddorp.

Afbeelding 1: Boerderij De stad Zaandam
Afbeelding 1: Boerderij De stad Zaandam

Noron en de groeikernstatus

Eind jaren ’70 ontstond er in de provincie Noord-Holland vraag naar woningen in het zuidelijk deel van de provincie.¹ Om te voorzien in deze woningbouwbehoefte presenteerde de provincie in 1977 de ‘Nota over de Ruimtelijke Ontwikkelingen in Noord-Holland’ (NORON) met in 1979 de uitwerking in het ‘Streekplan voor het Amsterdam Noordzeekanaalgebied’ (ANZKG). Haarlemmermeer werd in deze plannen aangewezen als bouwlocatie voor ongeveer 15.000 woningen, waarvan er 8.500 ten zuid-westen van Hoofddorp gesitueerd konden worden. De overige 6.500 woningen zouden in Vijfhuizen moeten verrijzen, maar zijn hier nooit gerealiseerd, omdat het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) op een later moment afzag van deze locatie. Eind 1979 kreeg Haarlemmermeer van de Rijksoverheid de groeikernstatus. De gemeente maakte nu aanspraak op extra financiële steun bij de ontwikkeling van de woningbouwlocaties, maar moest daarbij wel aan specifieke woningbouweisen voldoen. Vanwege de economisch mindere tijden was het vereist om sober en doelmatig te bouwen. Op 6 maart 1980 aanvaardde de gemeenteraad de benoeming tot groeikern. Overbos zou verder ontwikkeld worden als eerste NORON-wijk.

Afbeelding 2: Sloop boerderij IJweg 1031 met nieuwbouw
Afbeelding 2: Sloop boerderij IJweg 1031 met nieuwbouw

Het bestemmingsplan Hoofddorp-Overbos werd in april 1979 vastgesteld door de gemeenteraad van Haarlemmermeer en in maart 1980 goedgekeurd door de provincie Noord-Holland. Met een ligging recht tegenover het Haarlemmermeerse Bos, was de naam ‘Overbos’ snel geboren. In het bestemmingsplan werd uitgegaan van 3.200 woningen. Toen tijdens de bouw van deze woningen bleek dat de bouwlocatie bij Vijfhuizen verviel², werd besloten de omvang van Overbos te vergroten. In een tweede plan - het bestemmingsplan Hoofddorp-Overbos-Zuid - werd de uitbreiding van Overbos met de bouw van 1.000 extra woningen vastgelegd. Dit plan werd in augustus 1984 door de gemeenteraad vastgesteld en in september 1985 door de provincie goedgekeurd. De wijk Overbos bestond in de plannen nu uit 4.200 a 4.300 woningen.

Afbeelding 3: Inschrijfformulier deelplan 6
Afbeelding 3: Inschrijfformulier deelplan 6

Vroegere weilanden

De gronden in het plangebied - 159 hectare - bestonden bijna geheel uit agrarisch terrein voor akkerbouw. Langs de IJweg lagen boerderijen, woningen en bedrijfsgebouwen. Toentertijd stonden er op de plek, waar Overbos was gepland, vijftien boerderijen en woonhuizen aan de westzijde van deze polderweg. De grond en panden waren gedeeltelijk in het bezit van de gemeente, investeringsmaatschappijen - zoals het pensioenfonds van KLM - en andere particulieren. Om de bouw zo goedkoop mogelijk te houden en om speculatie uit te sluiten, besloot de gemeente zelf de plannen te ontwikkelen en opdracht te geven voor de bouw. Daarom werd de grond van verschillende eigenaren onteigend. De bijbehorende boerderijen werden op hun architectonische waarde beoordeeld en een beslissing over hun voortbestaan werd gemaakt. Daarbij was het zoeken naar een nieuwe functie voor deze panden. In de nieuwe woonwijk hoefden de boerderijen immers niet meer het graan van het land op te slaan. Boerderij ‘De stad Zaandam’ (afbeelding 1. Boerderij de stad Zaandam) werd zo waardevol geacht dat het behouden moest blijven. Soms luidde het oordeel echter dat een pand (afbeelding 2. Sloop boerderij IJweg 1031 met nieuwbouw) plaats kon maken voor nieuwbouw. De bewoners van de IJweg zetten zich met de oprichting van een commissie in om het polderkarakter van deze weg te beschermen. Ook de gemeente onderstreepte dit belang en kwam later zelfs met een visie voor deze polderweg.

Woningbehoefte van Haarlemmermeer en de regio

Als groeikern werd Overbos gebouwd om de woningbehoefte van de Meerlandenregio - met zijn Schipholwerkers - en de regio Zuid-Kennemerland op te vangen. De verkoopbrochure van een van de deelplannen van Overbos (afbeelding 3. Verkoopbrochure deelplan 6) laat zien dat mensen zich alleen voor deze woningen konden inschrijven als zij uit Haarlemmermeer en de regio kwamen, dan wel een economische binding hadden met dit gebied. De gemeente zette een woningmarktonderzoek uit om erachter te komen welke woningen het meest gewenst waren. Niet al te grote huizen met een redelijke huur- of koopprijs bleken het meest in trek. Van de woningen die gepland waren, bestond 10% uit premiehuur. Daarnaast werd een groot deel van de woningen - 41% - in de woningwetsector gebouwd. Een even groot deel - 41% - bestond uit koopwoningen met Rijkspremie (premie A, B en C). En 8% werd gevormd door koopwoningen in de vrije sector.³ Hoewel uit het woningmarktonderzoek - bij de vraag naar het type woning - bleek dat de behoefte aan gestapelde woningen slechts klein was, werd toch een vijfde van de woningvoorraad uit flats van maximaal vier a vijf bouwlagen opgetrokken.

Bouw van dit woningtype was gewenst voor variatie en herkenning in de wijk. En ook om een hogere bebouwingsdichtheid - een bruto bebouwingsdichtheid van 42 woningen per hectare werd nagestreefd - te behalen. Daarnaast werd er voorzien in de bouw van bejaardenwoningen. Maar het meest voorkomende type woning in Overbos bleef de eengezinswoning.

Opzet van de wijk

Overbos werd op zo’n manier opgezet dat de wijk als onderdeel van Hoofddorp (West) zou worden ervaren, maar wel een eigen identiteit zou krijgen. De stedenbouwkundige structuur werd gebaseerd op de ruimtelijke structuur van het Haarlemmermeerse landschap. Met van noord naar zuid continuïteit – volgend op de verkaveling van de polder met zijn polderlinten met lange zichtlijnen - en van oost naar west afwisseling in het ruimtelijk beeld. Dit resulteerde in een vijftal van noord naar zuid lopende bebouwingsschillen met elk een eigen karakter. Het plan werd daarnaast opgedeeld in twintig deelplannen (afbeelding 4. Deelplannummers Hoofddorp Overbos), die ook ieder hun eigen identiteit kregen. Binnen de bebouwingsschillen kwamen verschillende deelplannen met eenzelfde ruimtelijke opzet en verschijningsvorm samen. Het opdelen in deelplannen had een inhoudelijk motief; men dacht dat er op dit niveau iets ‘dorps’ kon ontstaan, een homogene buurt in een heterogene wijk. Voor elk deelplan werd eerst een thema of ‘leitmotiv’ vastgesteld, dat later de basis vormde voor het ontwerp van de woningen. De thema’s werden vanuit verschillende invalshoeken ingegeven; was de ene keer de aannemer leidend, een andere keer koos men voor een bepaalde bouwtechniek, dan weer vormde de architect het uitgangspunt. Daarmee waren de deelplannen als het ware tentoonstellingen of paviljoens van wat er in die periode in de (steden)bouwkunde mogelijk was. De architecten die in aanmerking kwamen voor het ontwerp binnen een deelplan, waren of woonachtig in de gemeente, dan wel de afgelopen tien jaar werkzaam geweest in Haarlemmermeer of hadden elders in den lande naam gemaakt. De hoofdarchitect zag erop toe dat de deelplannen met ieder hun eigen thema – en daardoor veel variatie – samen een eenheid vormden en dat de kwaliteit van het gehele plan gewaarborgd bleef.

Afbeelding 4: Deelplannummers Overbos
Afbeelding 4: Deelplannummers Overbos

De deelplannen voor woningbouw

Met de oplevering van de eerste woningen – in deelplan 1 - in 1981 kreeg Overbos voor het eerst vorm. Architect Nico Schippers (Den Haag) ontwierp voor dit plan 33 (premiekoop) eengezinswoningen en 147 woningwetwoningen in gestapelde bouw. Ten westen zou het plan later gaan grenzen aan het centrumgebied en aan de oostzijde zou de woningbouw aansluiten op de IJweg en de Grote Belt in de - zo goed als - voltooide wijk Bornholm. Het idee was om in Bornholm en Overbos hogere bebouwing als ‘vorm en contravorm’ in een L-vorm rond de centra te plaatsen. Daarmee zou de gestapelde bouw de verbindende schakel vormen tussen de beide wijken en werden Overbos en Bornholm als het ware‘gekramd’.

De deelplannen 2 en 6 volgden hierop en de woningen in deze plannen werden als een van de eerstvolgende gebouwd. Waar in een eerdere fase de verkavelingsopzet in deze bouwplannen nog vrij ruim was, werd op een later moment de verkaveling aangepast om aan de woningbouweisen van het Rijk – die de groeikernstatus met zich meebracht – te voldoen. Het Rijk zou een financiële bijdrage leveren om de tekorten in de grondexploitatie op te vangen op voorwaarde dat de grond zo efficiënt mogelijk werd ingericht. De Rijksambtenaren (van grondzaken), die betrokken waren bij de grondexploitatie, zagen hun kans schoon om bij de deelplannen 2 en 6 in de ruim opgezette hofjes rijen met woningen toe te voegen, waardoor de huizen – in de eerst nog erg ruime straten – zeer dicht op elkaar kwamen te staan. In deelplan 2 werden uiteindelijk 245 huizen gebouwd en in deelplan 6 verrezen in totaal 349 woningen, beide naar ontwerp van Jan Sterenberg (Ter Apel/Emmen). Het (groeikern)regime van de Rijksoverheid en de wens om de grond zo efficiënt mogelijk in te richten, leidde ook tot de versmalling van woningen (de (bruto) breedte nam af van 5,70 naar 5,40 en 5,10 tot aan 4,80 meter) en dubbel grondgebruik (met extra functies onder hoogspanningsmasten en parkeerfuncties in geluidszones). Maar mede door de acties van het Rijk werd het grondexploitatietekort geleidelijk aan steeds kleiner. Door het teruglopen van het tekort kon de gemeente - halverwege de bouw van Overbos - afscheid nemen van de groeikernstatus met de daarbij geldende woningbouweisen en kon zij de regie weer volledig in eigen handen nemen.

Afbeelding 6: Octa-woningen
Afbeelding 6: Octa-woningen

Bij deelplan 10 werden de woningen ontworpen met als uitganspunt het interessante thema flexibel bouwen. Dit deelplan was gelegen binnen de meest westelijke van noord naar zuid lopende bebouwingsschil met een lineaire verkavelingsstructuur van buurtwegen en daarlangs lopende huizen.

Binnen het thema flexibel bouwen in deelplan 10 ontwierp architect Willem Terwindt (Hoofddorp) 227 woningen (premiekoop en woningwet) met ‘groei’ mogelijkheden. Het programma van Overbos stelde namelijk dat – indien een woning zich daartoe zou lenen – de architect de mogelijke uitbreidbaarheid van een woning - met uitbouw, erker, dakopbouw of dakkapel - in het ontwerp moest opnemen. Zo zouden de toekomstige bewoners niet meteen op kosten worden gejaagd en in een later stadium – wanneer de financiën dit weer toelieten - de woning kunnen uitbreiden in harmonie met de omgeving.

Bij de huizen in deelplan 10 kon extra ruimte worden verkregen bij het voor en achter portaal om zo een grotere woonkamer te creëren. De ruimte kon gemakkelijk en vrij goedkoop vergroot worden door bij de al bestaande doorlopende draagmuren een los wandje te verplaatsen. Met deze eenvoudige uitvoering en het feit dat veel bewoners deze aanpassing al snel hadden doorgevoerd, kan de vraag gesteld worden of dit de meest interessante uitvoering mogelijk is binnen het thema flexibel bouwen.

Ook deelplan 12 in het noorden van Overbos was met de toepassing van houtskeletbouw als bouwmethodiek opvallend. Woningbouwvereniging Wilma heeft lang gelobbyd om met deze techniek hier woningen te mogen bouwen. Wel had de gemeente al enige ervaring met dit type bouw opgedaan na eerdere toepassing van houtskeletbouw elders in Hoofddorp (Vrijschot-Zuid). Architect Nico Andriessen (Haarlem) tekende voor de 229 woningen in Overbos. Deelplan 12 bestond uit een vrij langgerekt plan, dat werd begrensd door een vroegere boomgaard. Ten noorden van de woningen, de boomgaard en de weg lag het Haarlemmermeerse Bos. Met een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers in deelplan 12 werd dit bos met het centrum van Overbos verbonden. Veelal werd bij een deelplan een thema vastgesteld dat leidend was voor het gehele ontwerp van alle woningen binnen dat plan. Toch bleek er ook ruimte voor andere constructies.

Afbeelding 5: STAWON-woningen
Afbeelding 5: STAWON-woningen

Zo werd binnen deelplan 9 een deel van de grond beschikbaar gesteld voor een architectuurprijsvraag van de STAWON (Stichting Architectuuronderzoek Wonen en Woonomgeving). Het winnende ontwerp – gekozen door vijf onafhankelijke jury’s – zou daarbij ook daadwerkelijk op de opgegeven bouwlocatie gerealiseerd moeten worden. Naast Haarlemmermeer hadden ook de gemeenten Haarlem, Emmen, Lelystad, Rotterdam en Apeldoorn hun grond beschikbaar gesteld voor de prijsvraag. De internationale woningbouwprijsvraag van september 1982 luidde: “Wanneer is een woning een huis?” Daarbij werden de deelnemende architecten uitgedaagd om een betaalbare woning met een grote toekomstwaarde te ontwerpen. Op 8 mei 1984 werden de prijzen uitgereikt waaronder twee eerste en één derde prijs aan ir. Peter Koelewijn en ir. Kees van Ham van bureau K3 architectuur + planning. De eerste prijzen betroffen de locaties in Haarlemmermeer en Emmen waarvoor ontwerpen waren gemaakt met opvallend brede woningen. De woningen (afbeelding 5. STAWON-woningen) waren duurzaam dankzij gebruik van isolerend gasbeton, oriëntatie op het zonnige zuiden, daken die geschikt waren voor latere plaatsing van zonnepanelen en een luchtverwarmingssysteem. Niet alleen hier, maar ook in deelplan 8 werd duurzaamheid als uitgangspunt genomen met de toepassing van het thema passieve zonne-energie. In deelplan 9 in Overbos verrezen 106 STAWON-woningen en ook in Emmen werden 119 vandeze huizen opgeleverd. Later zijn van hetzelfde type woningen in Leiden en Almere gerealiseerd.

Ook in deelplan 20 werd een deel van de grond beschikbaar gesteld voor een speciaal initiatief.Een vereniging van woonconsumenten mocht op deze kavel woningen bouwen. De vereniging - de Kaskobouwgroep Hoofddorp - was opgericht door twee inwoners van Hoofddorp, Bert van den Brun en Henk Ham. Zij zagen in Krimpen aan den IJssel de Octa-woningen – “een achtkantig huis vol verrassingen en mogelijkheden” - en namen het initiatief om het ontwerp naar Overbos te halen. Architect Arie Kasbergen (Krimpen aan den IJssel) was verantwoordelijk voor het design van deze Octa-woningen (afbeelding 6. Krantenartikel over Octa-woningen). Om een kleine kavel optimaal te benutten ontwierp hij achthoekige woningen, die door de kenmerkende vorm meer variatie boden in positionering en daardoor allemaal konden beschikken over een zonnige tuin. Werden er in Krimpen aan den IJssel nog twaalf woningen gerealiseerd, in Overbos bleek zelfs plaats voor 72 van deze huizen.

Afbeelding 7: Winkelcentrum 't Paradijs
Afbeelding 7: Winkelcentrum 't Paradijs

Het centraal gelegen centrum

Naast de twintig deelplannen - waarin overwegend woningen werden gerealiseerd – werd in het midden van de wijk een plan ontworpen voor het centrumgebied. Het centrum moest het gemeenschappelijk ontmoetingspunt vormen voor de bewoners van Overbos. Daar kwamen zowel commerciële voorzieningen, zoals winkels en dienstverlenende bedrijven, als een gezondheidscentrum en kerk (De Ark), bij elkaar. Op deze plek werd door het architectenbureau van Piet Zanstra, Peter de Clerq Zubli en Hans van den Oever (Amsterdam) het winkelcentrum van Overbos ontworpen. Dit architectenbureau tekende ook voor het ontwerp van de woningen in deelplan 7 en genoot(later) landelijke bekendheid door het enorme oeuvre aan kantoorgebouwen. In het centrum van Overbos verrees een overdekt winkelcomplex met een duidelijk herkenbaar en extravert karakter: winkelcentrum ’t Paradijs (afbeelding 7. ‘t Paradijs). De naam voor dit complex werd ontleend aan de straatnamen in Overbos. Alle straten in de wijk werden vernoemd naar bekende bossen in Nederland en te midden van al deze ‘bossen’ lag ’t Paradijs’. Ging men in eerdere plannen – tijdens de recessiein het begin van de jaren ’80 – nog uit van 3.500 m² vloeroppervlak, later – toen de economie weer aantrok – verrees een winkelcentrum met een vloeroppervlakte van ruim 4.200 m2. De begane grond bood ruimte aan winkels en op de vierdiepingen daarboven werden 54 premiehuurwoningen gerealiseerd.

Afbeelding 8: Wijkcentrum De Boskern
Afbeelding 8: Wijkcentrum De Boskern

Ten noordwesten van het centrum werd een scholencomplex gepland. De bouwtechnische dienst van de gemeente nam het ontwerp voor zijn rekening. Met drie kleuter- en lagere scholen kreeg elke stroming – protestants-christelijk, rooms-katholiek en openbaar onderwijs – zijn eigen gebouw. Bij dit complex werd ook voorzien in een sociaal cultureel wijkcentrum (De Boskern), twee peuterspeelzalen, en twee gymnastiekzalen. Deze voorzieningen werden samen met de openbare school in één gebouw ondergebracht, zodat de ruimten multifunctioneel konden worden gebruikt (afbeelding 8. Wijkcentrum De Boskern). Dit in navolging van de gedeelde visie van architecten en de Rijksoverheid uit de jaren ’70 dat multifunctionele bouw bij maatschappelijke voorzieningen bijdraagt aan de interactie tussenmensen uit verschillende groepen.⁴ In het complex in Overbos bood de hobbyruimte overdag ruimte aan schoolactiviteiten en kon deze daarbuiten benut worden voor activiteiten van de wijk. Werden de gymzalen onder schooltijd gebruikt voor de gymles en daarna beschikbaar gesteld aan de plaatselijke (sport)verenigingen. En konden de leden van de vereniging na afloop van de activiteit samenkomen in de ontmoetingsruimte van het wijkcentrum. Later verdwenen de doorgangen – en daarmee ook het multifunctionele gebruik - van het wijkcentrum, de gymzalen en de openbare basisschool weer. Niet alleen in Noord, maar ook in Overbos-Zuid werd een scholencomplex met twee basisscholen, een peuterspeelzaal en een sportzaal gerealiseerd.

Het centrum van Overbos werd naast de voorzieningen gekenmerkt door het groene karakter. In aansluiting op de stedenbouwkundige structuur werd van noord naar zuid een langgerekt (stadsdeel) park van ruim zes hectare ontworpen. Groene zones met watergangen en (fiets)paden sloten dit park aan op de twee kleinere wijkparken. Het groen was centraal gelegen en zoveel mogelijk verspreid, zodat het voor bewoners op korte afstand bereikbaar was en hen de mogelijkheid gaf in het groen te bewegen en verblijven. Ook het noorden kreeg een groene zone. Daar kon de oude boomgaard (bij deelplan 12) behouden blijven en als moestuin voortbestaan. De structuur van Overbos werd verder gekarakteriseerd door de randweg, die langs de zuidelijke en westelijke grens van de wijk het verkeer over één hoofdroute leidde. Op deze (randweg)hoofdroute werden wijkwegen aangesloten, die als lussen de buurt inliepen. De fietser kon gebruik maken van een stelsel vrijliggende fietspaden. Bij het verlenen van de groeikernstatus gaf het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO, later VROM) de hoogste prioriteit aan het openbaar (bus)vervoer. Daarom werd centraal in Overbos ruimte gereserveerd voor een vrije busbaan. De busbaan werd in 1987 geopend en verbond met drie haltes in de wijk de inwoners met Haarlem en Hoofddorp station.

De wijk Overbos bestond na uitvoering van de plannen uit ruim 4.300 woningen en een centrum met winkels, scholen en een park. Met de oplevering van de laatste woningen - in deelplan 13 en 20 - in 1989 was de bouw zo goed als afgerond. In 1990 hadden zo’n 11.764 inwoners hun intrek genomen in deze wijk. Na de voltooiing van Overbos ging de gemeente zich – met de wijk Toolenburg - opnieuw richten op het realiseren van de volgende uitbreidingswijk van Hoofddorp.


Deze tekst is samengesteld op basis van archiefmateriaal van de gemeente Haarlemmermeer, dat is ondergebracht bij het Noord- Hollands Archief in Haarlem. Het archiefmateriaal bevat onder andere de bestemmingsplannen Overbos (7003426) en Overbos-Zuid (7025196), de voorbereidingsplannen (7003423) (7026234), het uitwerkingsplan (70031205) en de deelplannen (7025187-195)(7083844852854-857859-860). Met behulp van Delpher zijn historische krantenartikelen over Overbos geraadpleegd. Daarnaast zijn de interviews met een planoloog en architect, beiden destijds betrokken bij de plannen voor Overbos, gebruikt voor de inhoud van deze tekst.

¹De vraag naar woningen in het zuidelijk deel van de provincie ontstond na het mislukken van het overloopbeleid in de jaren daarvoor. In dit overloopbeleid werd voorgesteld om huizen te bouwen op een plek waar de meeste ruimte was. In de praktijk betekende dit dat mensen die in het zuidelijk deel van de provincie Noord-Holland wilden wonen, min of meer gedwongen werden om naar gebieden boven het Noordzeekanaalgebied te verhuizen. Dit beleid mislukte door de moeilijke toegankelijkheid van het overloopgebied, met slechte infrastructuur en dagelijkse files.

²De NORON/ANZKG-bouwlocatie voor Vijfhuizen verviel, maar vanaf eind jaren ‘90 werd in Vijfhuizen wel de Vinex-wijk Stellinghof gebouwd.

³In Overbos werden zowel huurwoningen als koopwoningen gerealiseerd. Het huursegment bestond uit woningwetwoningen en premiehuurwoningen. De woningwetwoningen waren huurwoningen in het lagere huursegment voor mensen met een lager inkomen. Deze woningen werden voor een deel met Rijksgeld gefinancierd en moesten ontworpen worden volgens de geldende normen van het Rijk. Het koopsegment bestond uit premiekoopwoningen en koopwoningen in de vrije sector. De premiekoopwoningen waren koopwoningen die particulieren met financiële hulp van de overheid konden kopen. Met deze regeling kregen kopers gedurende tien jaar elk jaar een inkomensafhankelijke subsidie uitgekeerd. Zo werd het eigen woningbezit bevorderd en konden ook mensen met een lager inkomen kiezen tussen het huren of kopen van een huis. Premie A en B golden voor de laagste inkomensgroepen en premie C was voor de middeninkomens.

⁴Provoost, M. (red) (2022) Een onvoltooid project. Over de toekomst van onze Groeikernen. International New Town Institute (INTI). Nai010.

BRONVERMELDING AFBEELDINGEN

Afbeelding 1. Boerderij de stad Zaandam / IJweg 1071, Hoofddorp, Noord-Hollands Archief / 7101 - Beeldcollectie van het Historisch Archief Haarlemmermeer te Hoofddorp, 6218 Afbeelding 2.Sloop boerderij IJweg 1031 met nieuwbouw / Sloop boerderij IJweg ter hoogte van Overbos, Hoofddorp, Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer, NL-HlmNHA147823932K0021_ Afbeelding 3. Inschrijfformulier deelplan 6 / Inschrijfformulier gepubliceerd (onbekend) uit: 822 Stukken betreffende de verkoop van woningen in Overbos deelplan 6, 1983-1985 van het archief 7083 Gemeentebestuur van Haarlemmermeer, Noord-Hollands Archief Afbeelding 4. Deelplannummers Hoofddorp Overbos uit: 59 Rapport Schets van Hoofddorp-Overbos en de voor de inwoners van deze wijk relevante voorzieningen, 1989 van het archief 7025 Dienst Onderzoek en Ruimtelijke Ontwikkeling (DORO) van de gemeente Haarlemmermeer te Hoofddorp, Noord- Hollands Archief Afbeelding 5. STAWON-woningen / Tentoonstelling STAWON / Verzameling, TSTA0011, paneel TSTA0070 p. 67 Het Nieuwe Instituut, Rotterdam Afbeelding 6. Octa-woningen / Werken aan huizen door bewoners Overbos Hoofddorp, Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer, NL HlmNHA147829368K0033_ Afbeelding 7. Winkelcentrum ’t Paradijs / Tekening winkelcentrum Overbos Hoofddorp, Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer, NL-HlmNHA147823805K0017_ Afbeelding 8.Wijkcentrum de Boskern uit: 1322 Stukken betreffende de bouw van een scholencomplex in Overbos-Noord te Hoofddorp, 1980-1983 van het archief 7083 Gemeentebestuur van Haarlemmermeer, Noord-Hollands Archief