Kees van der Veer

Stand van Zaken Food Council en workshop ‘Nieuwe Markten’

Sectie
Voedsel
Gepubliceerd op

De Foodcouncil MRA wil het concept 'Markten’ nieuw leven inblazen. Samen met Podium voor Architectuur werd er een plenair programma en een workshop georganiseerd rond de ideeën van de Food Council MRA.

De eerste bijeenkomst van de Food Council voor de Metropoolregio Amsterdam (FC MRA) heeft plaats gevonden op donderdag 29 november 2018 in de beslotenheid van de schapenstal van Paul Bos (Boer Bos) in de Haarlemmermeer tussen 12.00 en 17.00 uur. De catering werd verzorgd door Jeffrey Spangenberg. De bijeenkomst is financieel en materieel ondersteund door Podium voor Architectuur Haarlemmermeer en Schiphol en NMCX Centrum voor Duurzaamheid.

'Alleen ga je sneller, samen kom je verder.’

Als moderator en facilitator treedt op (boer) Paul Bos. De ruimte bestaat uit een kamer met wanden van hooibalen en een entree afgesloten door een rode doek. De entourage wekt de indruk van een moederschoot. De geboorte van de FC MRA wordt bijgewoond door een vijftiental aspirant-leden. De workshop later op de middag over ‘De Nieuwe Markt’ werd bezocht door eenzelfde aantal mensen, in een wisselende samenstelling.

Kennismaking

Het eerste deel, de eerste plenaire bijeenkomst van de Food Council MRA-in-oprichting, heeft het karakter van een kennismaking en een opstap tot agendavorming. Na de begroeting door de oprichters, Arnold van der Valk en Jeffrey Spangenberg, worden alle aanwezigen door de moderator uitgedaagd om wensen en verwachtingen uit te spreken. Centraal staat de vraag:

Wat kom je brengen en wat wil je halen in deze bijeenkomst?

Jolande Koot, stadsboer en beleidsmedewerker van de Provincie Noord-Holland brengt praktijkkennis mee over stadslandbouw en vraagt aandacht voor de rol welke stadslandbouw kan spelen bij het voeden van steden. Stadslandbouw kan ook een rol spelen op het vlak van voedseleducatie en groenvoorziening.

Michiel Korthals Altes is schrijver, filosoof en boer. Hij vraagt aandacht voor het belang van goed eten en een zorgvuldiger omgang met hulpbronnen en de verdeling van het beschikbare voedsel. FC MRA kan een bijdrage leveren aan bewustwording over de werking van het voedselsysteem door contacten tussen producenten en eters tot stand te brengen. Het voedselsysteem moet beleefbaar (tastbaar, zichtbaar, ruikbaar) gemaakt worden zodat mensen en vooral kinderen weer beseffen waar voedsel vandaan komt en hoe belangrijk het is in ons leven.

Rogier Tan beschikt over praktijkkennis over één aspect van stadslandbouw, namelijk fruitteelt en de verwerking van vers fruit in Haarlem en omgeving. Hij wil een bijdrage leveren aan de verspreiding van kennis over dit aspect van stadslandbouw.

Maurits Korse, bestuursadviseur duurzaamheid van de gemeente Haarlemmermeer, heeft veel kennis over processen welke bijdragen aan circulariteit en de energietransitie. Hij hoopt dat FC MRA onverwachte verbindingen kan leggen. In zijn werk heeft hij ervaren dat voedsel te maken heeft met vele uiteenlopende onderwerpen zoals energiegebruik, afvalverwerking, woningbouw en zuinig gebruik van grondstoffen.

Henk Renting is procesmanager en onderzoeker bij AERES Hogeschool in Almere. Hij noemt zichzelf ‘een professionele verbinder’ en expert op gebied van voedsel. Dat doet hij onder meer in de rol van programmamanager van de nationale City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda. Hij pleit ervoor om als Food Council gesprekken te organiseren met burgers en hen zelf de gelegenheid te bieden hun wensen en opvattingen te articuleren. Als voorbeeld noemt hij het participatieproces in de aanloop naar een voedselmanifest voor Amsterdam, dat is opgesteld tijdens het event WeMaketheCity / We Feed the City in juni 2018.

Ton van der Scheer, voorzitter van Ondernemersvereniging IJmond, heeft kennis van en contacten met ondernemers in zijn regio. Hij wil vanuit de FC MRA aandacht vragen voor een ondergewaardeerd product uit zijn regio: verse zeevis. Als de tijd rijp is kan de FC MRA dit onder de aandacht brengen en zodoende nieuwe verbindingen leggen met toeristen en consumenten in de steden rond de vissershaven IJmuiden.

Marrit Kyong Ok Schakel is een biologische boerin en voorzitter van het Slow Food Youth Network Amsterdam. Zij brengt kennis mee over biologisch boeren en over de verzorging van dieren. Zij ziet voor de FC MRA een rol weggelegd in het tot stand brengen van verbindingen tussen stedelingen en voedselproducenten, aanvullend aan reeds bestaande initiatieven.

Mendel Giezen is academisch onderzoeker (Universiteit van Amsterdam, geografie en planologie) en docent duurzame stedelijke ontwikkeling. Hij ziet voedsel als een verbindende schakel tussen vele issues in de stad zoals het terugdringen van de uitstoot van CO2, bewustwording, educatie en ruimtegebruik. FC MRA kan een bijdrage leveren aan een transitie naar een duurzame samenleving.

Arnold van der Valk is planoloog, stadsboer en mede-oprichter van FC MRA. Zijn deskundigheid ligt vooral op het gebied van netwerkbouw en interdisciplinariteit. Hij denkt dat de FC MRA partijen moet verbinden met oog voor bestaande, werkende verbanden. Diversiteit kan in de context van voedsel worden beschouwd als een waarde die beter benut kan worden.

Jeffrey Spangenberg is ondernemer en mede-oprichter van de FC MRA. Hij ziet een belangrijke opgave voor de FC MRA om de inherente spanning in het voedselsysteem tussen overdaad en schaarste aan te pakken. Voedsel is het onderwerp waar de negatieve kanten van onze consumptiemaatschappij aan het licht komen (verspilling, overdaad, ongelijkheid) maar waar ook veel laaghangend fruit is te vinden voor degenen die naar oplossingen zoeken (educatie, ontspanning, opfleuren van buurten, gezonder leven).

Anne-wil Min is studente aan de TU Delft en stagiaire bij de provincie Noord-Holland. Zij werkt aan het project ‘Voedsellandschappen van de Toekomst’. Anne-wil is aangeschoven als toehoorder.

Merijtje Mulder werkt als consulente bij NMCX Haarlemmermeer, een organisatie voor duurzaamheid, en is betrokken bij de registratie van community supported agriculture projecten (CSA) in Nederland. Ze houdt een warm pleidooi voor een participatieve aanpak en het betrekken van scholieren en studenten. Luister naar de mensen die zelf dagelijks eten kopen en bereiden, zo luidt haar advies. Bouw voort op hun wensen en adviezen. Er lopen reeds vele mooie projecten. De FC MRA moet vooral aanvullend te werk gaan, lacunes opvullen. D.w.z. het moet gaan om lacunes gezien door de ogen van burgers, consumenten en eters.

Stephan Kooijman is afkomstig uit het zakenleven. Na een ernstige ziekte is hij zich gaan bezig houden met duurzaamheid en voedsel voor de gemeente Haarlem. Hij is een doener, houdt niet van papieren en abstracties. Hij ziet het conventionele voedselsysteem met zijn tendens tot verspilling en perverse prikkels tot overconsumptie als een metafoor voor onze doorgeslagen consumptiemaatschappij.

Het disfunctioneren van het globale voedselsysteem is een terugkerend patroon. Het kernwoord is ‘vervreemding’, het toenemen van de afstand, zowel letterlijk als figuurlijk, tussen de eter en (de totstandkoming van) het voedsel. Het verkleinen van die afstand, aangeduid als regionalisering van de voedselketen, is een gemeenschappelijke noemer in de oplossingsrichtingen welke worden aangeduid.

Paul Bos herkent het enthousiasme en de aandrang om de hemel te bestormen bij de aanwezigen. Het doet hem denken aan de tijd rond 2000 dat hij was teruggekeerd in de schoot van het boerenbedrijf. Zijn vernieuwingsdrang was een doorn in het oog van zijn nuchtere vader. Die probeerde hem boerenwijsheid bij te brengen bij met anekdotes en tegeltjeswijsheden. Je moet bijvoorbeeld niet bij de buren binnenstormen om ze een nieuw apparaat aan te praten. Eerst drink je koffie. Dan vraag je of ze al een opvolger hebben. Dan informeer je of de trekker bevalt.

Je moet eerst een relatie aangaan met de mensen met wie je een verschil wilt gaan maken.

Hij deelt ook een eikeltje uit aan de aanwezigen die meters willen maken. De eikel symboliseert de gang van zaken in de natuur. Een eikel groeit alleen uit tot een boom indien de bodem is op de juiste wijze is bereid en het plantje passende verzorging krijgt.

Voedselproductie in de Metropolder
Voedselproductie in de Metropolder

Doelstellingen en koersbepaling

Na de kennismaking komen belangrijke vragen betreffende de missie en de koers aan de orde:

  1. Wat moet het doel zijn van FC MRA? (Missie en doelstellingen)
  2. Welke partijen moeten er bij worden betrokken? (Inclusiviteit)
  3. Welke prioriteiten zien de aanwezigen? (Prioriteiten)
  4. Op welke wijze gaat de FC MRA haar vleugels uitslaan? Wat zijn de game-changers? (Middelen)
  5. Hoe verhoudt datgene wat de Council wil bereiken zich tot hetgeen er al is? Wat zijn de zaken waar niemand op tegen kan zijn? (Middelen)
  6. Waar wil en kan de Council het verschil maken? (Doel en middelen)

Missie en doelstellingen

In de inleiding tot de bijeenkomst hebben de oprichters hun ideaal geschetst van een platform voor initiatieven binnen de samenleving, welke een bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzamer, gezonder, transparanter en rechtvaardiger voedselsysteem.

Dit abstracte doel behoeft concrete invulling. Een aantal van de aanwezigen pleit voor gesprekken met de inwoners van de regio, vooral met jonge mensen (scholieren, studenten). Jonge mensen zijn het meest vatbaar voor nieuwe ideeën over duurzamer en gezonder leven. Om succes te kunnen sorteren moet je op de hoogte zijn van hoe mensen zelf tegen hun voeding en gewoonten aankijken. Het is onmogelijk iets te veranderen als je de vaste patronen niet kent. Een van de aanwezigen zegt dat er een goed begin is gemaakt met deze wijze van werken in de aanloop naar het event ‘We Feed the City’ in juni 2018. Daar hebben een vijftigtal betrokken burgers uit Amsterdam een manifest over voedsel en stadslandbouw opgesteld, dat is aangeboden aan het nieuw verkozen gemeentebestuur. Een ander voorbeeld bieden de projecten waar ANMEC en NMCX op scholen in gesprek gaan met kinderen en ouders; en ook praktisch aan de slag gaan met tuinieren, koken en omgang met afval. Een project dat erg succesvol is, heet ‘Jong Leren Eten’. Alle aanwezigen zijn het erover eens dat dit soort initiatieven in kaart moeten worden gebracht.

Koken in de Metropolder
Koken in de Metropolder

De Food Council moet niet het buskruit willen uitvinden maar juist complementair te werk gaan. Dat kan gebeuren door het organiseren van tafels samen met burgers. Een thema dat in dit verband door enkele aanwezigen wordt genoemd, is het in kaart brengen van initiatieven in buurt: pluktuinen, CSA-initiatieven, fruitbomen, koken met overtollige producten, preventie van afval, compostering etc. Dit soort kennis is noodzakelijk om doublures en dus het weglekken van energie te voorkomen. De kennis kan ook worden gebruikt in pleidooien voor de integratie van voedselinitiatieven in de stadsontwikkeling (groen, waterberging, woningbouw, afvalverwerking, gezondheidsvoorzieningen, educatie).

Een ander thema is het scheppen van afzetmogelijkheden voor diverse soorten van stadslandbouw in en bij de stad. Hier kan de Nieuwe Markt een rol spelen.

De FC MRA kan behulpzaam zijn bij het openen van nieuwe kanalen tussen producenten en eters. Enkele middelen waar aan wordt gedacht zijn: avondmarkten, boerenmarkten, overdekte markten, food hubs, CSA, toepassing van software, betaling van diensten in vorm van een lokale munteenheid alsmede combinaties van markt en restaurant. Het scheppen van afzetkanalen dient gepaard te gaan aan de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen voor stadslandbouw-initiatieven. Lokaal voedsel moet wel betaalbaar zijn.

Stadslandbouw is een breed verschijnsel. In de gangbare opvattingen omvat het zowel het kweken van kruiden in een bloempot in de vensterbank als het kweken van biologische producten op 100 kilometer van de stedelijke consument. Het is zaak om hierover duidelijkheid te scheppen in eigen kring. Met behulp van bestaande studies (over Londen, Bristol, Amsterdam) kan een typologie worden opgesteld. Zodoende kan ook licht worden geworpen op de vraag in hoeverre de Metropoolregio zichzelf al dan niet kan voeden in de toekomst. Daarbij wordt het idee van cirkels om de stad (Von Thünen) van stal gehaald (zie Carolyn Steel, Hungry City). In de binnenste cirkel wordt bederfelijk voedsel met een hoge waarde geproduceerd dat vers op het bord van de consument kan landen.

Foto: Kees van der Veer - Oogsten van gerst
Foto: Kees van der Veer - Oogsten van gerst

Inclusiviteit

Een aantal aanwezigen merkt op dat het verzamelde gezelschap aanvulling behoeft. De gemeente Haarlemmermeer is relatief sterk oververtegenwoordigd in het segment ambtenaren. Er dient een zeker evenwicht te zijn in de vertegenwoordiging van de grote gemeenten in de regio. Het is ook belangrijk dat alle sectoren van de overheid waar voedsel een rol speelt, kunnen worden afgedekt: niet alleen milieu maar ook ruimtelijke ordening, gezondheid, educatie, economie en sociale zaken.

Middelen en game-changers

De aanwezigen benadrukken de noodzaak om bestaande initiatieven te bundelen, synergie en kritische massa te scheppen. De Food Council moet bouwen op fundamenten welke reeds bestaan. Die fundamenten dienen eerst nog in kaart te worden gebracht. Er moet een registratiesysteem komen van best practices, zoals nu reeds gebeurt op de website Van Amsterdamse Bodem. Het uitgangspunt van gesprekken moet zijn: samenwerking. Veel voorbeelden van game-changers in binnen- en buitenland passeren de revue: Jong Leren Eten, Amsterdam op Gezond Gewicht, Van Amsterdamse Bodem, WeMaketheCity, Fruittuinen van West, Barcelona, Kopenhagen, Londen, Bristol, New York City. Geen van deze voorbeelden kan 1 op 1 worden toegepast in de MRA, zo luidt een conclusie. Het zijn inspiratiebronnen.

Het is belangrijk om voorstellen te doen waar niemand met goed fatsoen op tegen kan zijn, denk aan praktijken welke verspilling tegengaan, projecten die sociale samenhang bevorderen, initiatieven welke gemakkelijk op grote schaal kunnen worden toegepast, het terugbrengen van de menselijke maat. Een voorbeeld van een onderwerp dat niet onomstreden is, is het terugdringen van vleesconsumptie.

De eiwittransitie vraagt om een genuanceerde aanpak met gevoel voor culturele verschillen.

De Food Council MRA heeft tot op heden financiële middelen weten aan te trekken uit verschillende bronnen: incidentele bijdragen van een provincie (Noord-Holland), een bank (Rabo), een nationaal kennisprogramma (DuurzaamDoor) en enkele kleine sponsors. De oprichters streven naar een stabiele bron van inkomsten uit bijdragen van voornamelijk particulieren en bedrijven. Het streven is gericht op de oprichting van een vereniging Food Council MRA, al dan niet in combinatie met een regionaal investeringsfonds.

Onderwijsprojecten worden vele malen genoemd als game-changer omdat kinderen de toekomst representeren. Het schoolplein is een plek die meer belangstelling verdient. Het schoolplein kan worden gebruikt voor de aanleg van mini-voedselbossen, als markt, tentoonstellingsruimte, open keuken en ontmoetingsplek.

Tot besluit

Alle aanwezigen uiten de wens om praktische consequenties te verbinden aan de - eveneens noodzakelijke - abstracte bespiegelingen. Deze wens krijgt gestalte in een toespitsing op het thema ‘Nieuwe Markt’. Dit thema wordt geadopteerd als een prioriteit op de agenda van de Food Council.

De workshop over de Nieuwe Markt wordt ingeleid door Jeffrey Spangenberg. De gemeente Haarlemmermeer geldt als voorbeeld. Er wordt zowel gesproken over open-lucht markten als over overdekte markten.

Enkele conclusies van deze workshop luiden als volgt:

  1. Het succes van een markt hang in hoge mate af van de plek waar deze plaats vindt;
  2. Veel openluchtmarkten in de regio, met name in minder dichtbevolkte gebieden voldoen niet aan de behoeften van de klandizie;
  3. Verse streekproducten ontbreken te vaak in het assortiment van de bestaande markten;
  4. Marktkooplui zitten vaak vast aan ingesleten patronen t.a.v. openingstijden en assortiment aan producten;
  5. De identiteit van de markt is voorwerp van heftige discussie;
  6. Mengvormen van markt en food court zijn nog zeldzaam;
  7. Markten zouden een belangrijke rol kunnen spelen in de ontwikkeling van korte ketens in het voedselsysteem;
  8. Persoonlijk contact tussen klant en handelaar is een sterk punt van de markt;
  9. Tijdens de ontmoeting tussen koper en verkoper kan informatie over product worden uitgewisseld;
  10. Marktkooplui zijn gebaat met loyale klanten om hun omzet in stand te houden;
  11. Vakmanschap is een belangrijke voorwaarde voor succes op de markt;
  12. De markt behoeft marketing; de traditionele markt mist al te vaak de aansluiting op nieuwe trends zoals beleving, het verkleinen van de afstand tussen producent en consument, toepassing van digitale technologie (apps) en het verzamelen en toepassen van data, zoals dat gebeurt in de moderne supermarkt.
  13. Er is dringend behoefte aan pilots en uitwisseling van kennis op streekniveau.