Foto: Theo Baart
Verwonderingstocht bekijk alle Processen

Verslag // De Aalsmeerbaan: Het dak op!

Sectie
Luchthaven
Theo Baart
Tijs van den Boomen
MRA
Verwonderingstochten
Leven onder het Luchtruim
Gepubliceerd op

Op donderdag 22 september 2022 verzamelt zich op station Hoofddorp een zorgvuldig gekozen gezelschap van bestuurders, ontwerpers, kenners en denkers op het gebied van landschap, stedenbouw en architectuur voor een verkenning met Theo Baart en Tijs van den Boomen per bus van Hoofddorp naar Flora Holland. De rit wordt afgesloten met een presentatie en een dialoog in truckerscafé Around The Clock.

De bustour borduurt voort op zes fietsverkenningen van het gebied. De tour is een tevens vervolg op zowel de Luchthavensymposia die Podium voor Architectuur in de periode 2012-2016 organiseerde als de Safari’s MRA in samenhang met de verkenningen van Theo Baart voor de publicatie Groot Amsterdam.

Landzijde Schiphol zoals die nu is

Als motto voor de busreis dient een recente uitspraak van TUI-directeur Arjan Kers in een discussie over de toekomst van Schiphol: ‘Ik vind “minder” zo’n lelijke term’. In Nederland zijn weinig taboes, maar over ‘minder’ willen we het liever niet hebben. Theo en Tijs werken al twee jaar aan verkenningen ‘onder de Aalsmeerbaan’: ‘Er wordt overal rondom Amsterdam gebouwd, waarom niet in het zuidwesten?’ Dit is actueler geworden door twee ontwikkelingen: de krimp van Schiphol en de aanwijzing van Schiphol als NOVEX-gebied. Tijs: 'De NOVEX brengt Schiphol onder het normale planningsregime. Eindelijk wordt nu ook ‘vanuit het land’ naar deze zone gekeken, en niet meer alleen vanuit de lucht.’ De Aalsmeerbaan staat niet op zich: de busreis is dan ook de aanloop naar een geplande studie naar de zones van alle zes Schipholbanen. Op weg naar een regionale planning? Het idee is om Schiphol en de banen te beschouwen als een deel van een groter geheel.

Eerste stop: reservering Tweede Kaag

Door de bedrijvenzone van Hoofddorp-De Hoek loopt nog het tracé van de oude spoorlijn Aalsmeer-Haarlem. Sinds kort is hier een groen, licht meanderend wandelpad aangelegd, wat het wel aantrekkelijker maakt. Maar tegen de bedrijvigheid hier kan het nog niet op. Grote ‘anonieme dozen’: data of opslag. Bijvoorbeeld van Louis Vuitton. Na de snelweg komen we in de directe omgeving van Schiphol. Een zone van functieverandering op opportunistische gronden. Neem de diverse terreinen voor lang parkeren, die geheel losstaan van de eigen langparkeervoorzieningen van Schiphol. Of de garage ‘Drive-up’ op de hoek van de Kruisweg en Aalsmeerderweg in Rozenburg. Hier zitten we in de reservering voor de Tweede Kaagbaan. Bedrijvigheid die snel zal verdwijnen als de baan er werkelijk komt. Wat hier dan misschien wel gaat komen: Flora Holland, de veiling van Aalsmeer. Of misschien wel op de Aalsmeerbaan, als die wordt gesloten en er dus ruimte ontstaat.

Na de snelweg komen we in de directe omgeving van Schiphol. Een zone van functieverandering op opportunistische gronden.

Iets verder naar het noorden zit verscholen in het groen nog het oude treinstation Rozenburg. Het is eigendom van de provincie, maar die heeft er nog geen bestemming voor gevonden. Het gebouw blijft dus vrolijk wegkwijnen. We volgen het oude spoortracé, totdat we onder de N201 door in Schiphol-Rijk komen. Aan de staat en hoogte van de gebouwen hier is wel te zien dat dit stuk niet meer binnen de reservering van de Tweede Kaag valt.

Rechtsaf terug naar de Kruisweg, waar je tussen recent gebouwde dozen nog een doorkijk hebt naar het Werelderfgoed van de Geniedijk. Daarachter ligt Rijsenhout, een dorp dat dankzij de Eerste en Tweede Kaagbaan al decennia muurvast zit. Het is heel bijzonder dat er nu ruimte wordt gemaakt voor de bouw van 25 woningen: het Willem Maarsehof, luxe woningen rondom een oud ketelhuis met schoorsteen, bewaard, verplaatst en verwijzend naar het kassenverleden van het dorp. Andere voorstellen voor soortgelijke projecten zijn vooralsnog niet gehonoreerd. De reservering voor de Kaagbaan verhindert dat.

Daarachter ligt Rijsenhout, een dorp dat dankzij de Eerste en Tweede Kaagbaan al decennia muurvast zit.

Terug naar de route. Linksaf weer de Kruisweg op, die ooit de N201 was, maar die rol is overgenomen door een nieuwe weg, onder de Waterwolftunnel meer noordelijk. Rechts van de weg meer anonieme dozen. De doos waar we direct langsrijden, met ramen, dient voor opslag, de dozen zonder ramen zijn datacenters, waar tijdens de bouw nooit een bord bij staat en waar na de bouw meteen een enorm aantal koelinstallaties nodig is. Links stond de Kerk van Poot, een voormalige school die is omgeturnd tot een grote evangelische massakerk met een enorm parkeerterrein. De oude N201 – nu N196 – is nu zo ingericht dat elke vrachtwagenchauffeur direct ontmoedigd wordt om deze weg te gebruiken: vol met onbegrijpelijke routes en rotondes die vooral als keerlus dienen. Je wordt als een soort spookrijder (‘ga terug!’) aangespoord vooral niet verder te rijden over deze weg.

Aalsmeer

Over de Ringvaart gaan we Aalsmeer binnen. Aalsmeer staat op een keerpunt in zijn geschiedenis. De oude kassen dienen grotendeels niet meer voor de bloemen- en plantenkweek, maar wat moet ermee gebeuren? Tot nu toe blijven ze over het algemeen staan; of beter: het karkas blijft staan. Want als er iets blijft staan dat nog te herkennen is als een bouwwerk, kun je je beroepen op de bestemming ‘bouwen’. En dát is dan weer de reden dat veel oude kwekerijen nu caravanstallingen zijn geworden. Dat mag officieel niet, maar anders staan die kassen niets te doen, dus wordt het gedoogd. Op heel grote schaal. In het deel van Aalsmeer waar we net in zijn gereden worden aarzelend woningen gebouwd. Links is het wijkje Dorpshaven, met enkele appartementen en vooral grote luxe woningen met veel hout. Het wijkje loopt door tot de oude spoordijk, tot de hangars van de jachtwerf waar Russen tot voor kort hun jachten lieten maken. De wijk is nogal waterrijk: naast de oude pramensloten voor de kwekers die uitkomen op de Ringvaart, zijn er nog speciaal waterlopen toegevoegd. Aan de overkant van de N201 staat de mateloze uitbouw van de oude veiling van Staal (‘Casino Sevens’), waarvoor de roep aanzwelt om die te vervangen door ongeveer 600 woningen.

Foto: Theo Baart
Foto: Theo Baart

Aalsmeer is met onder meer zijn veilinggebouwen een ‘openluchtmuseum van architectuur uit het interbellum’, om NRC-criticus Bernard Hulsman te citeren. Grote architecten kregen opdrachten, niet alleen in het interbellum trouwens. Maar rond de jaren vijftig ging het hele dorp draaien om de ‘moderne’ veiling, die steeds groter, steeds massaler, steeds anoniemer werd: ‘Lyon in de mist’, zoals Aalsmeers architectuurhistoricus Joop Kok het noemt.

Aalsmeer is met onder meer zijn veiling- gebouwen een ‘openluchtmuseum van architectuur uit het interbellum’

We passeren het gemeentehuis, een naoorlogs ontwerp van architect Berghoef van een monumentale eenvoud. Met daarnaast op een hoge zuil Flora, de godin van de lente en de bloemen. De godin van Aalsmeer, zou je kunnen zeggen.

Polderzoom en Hogedijk

Via een keerlus rijden we de Stommeerkade op, passeren de oude spoordijk rechts in de kom van de polder, waar tot voor kort een fietspad overheen leidde, maar die nu na honderd meter opeens ophoudt (niet alleen het pad, maar de hele dijk is weg). Nieuwbouwplannen maakten het noodzakelijk, zo meende men, om de dijk op te offeren. Waarmee een historisch markant element onschadelijk is gemaakt. De komst van de nieuwbouwwijk hier, Polderzoom, is mogelijk gemaakt door het afwaarderen van de oude N201. Door de wijk loopt de grens van de LIB 4, dus tussen het gebied waar wel en waar geen bouwbeperkingen gelden vanwege de aanvliegroute, gemarkeerd door een rij zeer zichtbare bedrijfsgebouwen. Aan de LIB-kant komt een complex van 17 starterswoningen, naast 8 identieke vrijstaande huizen waarvan het eerste inmiddels is opgeleverd. Precies het maximaal toegestane aantal van 25 binnen een kavel, net zoals bij het eerder gememoreerde project Willem Maarsehof in Rijsenhout.

We lopen naar de kruising Stommeerkade-Aalsmeerderweg-Ophelialaan. Hier komt alles samen. Het begint met de voortdurend laag overvliegende vliegtuigen, op nog enkele kilometers van de landingsbaan. Westelijk van de Aalsmeerderweg liggen de Bovenlanden, een rijk gebied vol water achter de Hogedijk. Het pad op die dijk, schuin weglopend van de weg, zelf is onderdeel van het Pelgrimspad, dat door het waterschap recent voorbeeldig hersteld, maar nu door bewoners van de aanpalende huizen geblokkeerd is met hekken. Gebruik van het pad zou hen hinderen in hun eigen achtertuin. Het lijkt onwaarschijnlijk dat ze dat met deze openbare weg kunnen doen, maar voorlopig zijn die hekken nog niet weg. Wandelnet, een landelijke belangenclub, heeft de gemeente inmiddels gesommeerd om de openbare toegankelijkheid te herstellen.

Het pad op die dijk is onderdeel van het Pelgrimspad, door het waterschap recent voorbeeldig hersteld, maar nu door bewoners van de aanpalende huizen geblokkeerd met hekken.

Het fietspad langs de Aalsmeerderweg zelf is lang het tracé geweest van de spoorlijn Aalsmeer-Amsterdam Willemspark, waarvan verderop nog een oud station staat. Rechts kijken we uit op het zogenaamde Green Park, waar een (derde) arbeidsmigrantenhotel gepland staat, en in de verte is nog de oude monumentale Stommeermolen te zien, en daarachter de veiling zelf.

Green Park

Na een kort stuk Aalsmeerderweg rechtsaf het Green Park in. Landschapsarchitectenbureau H+N+S heeft een plan gemaakt voor dit door de nieuwe N201 goed ontsloten stuk Aalsmeer. We zien een romantisch ogende waterberging, waarvan de vorm lijkt te refereren aan de slagen van de Bovenlanden. In werkelijkheid is de vorm een afgeleide van de eis van Schiphol dat open water niet groter mag zijn dan 0,3 hectare om geen vogels aan te trekken. We komen uit op een enorme parkeerplaats voor veilingkarren, aangesloten op de achteruitgang van de veiling. Direct daaromheen, ook hier weer, ‘voorlopige’ langparkeerterreinen. Centraal door het Green Park loopt een speciaal ontworpen iepenlaan met nu nog heel jonge kleine iepen en grote brede bruggen over heel kleine waterloopjes. De idee was dat elk kavel een U-vormige ontsluitingsweg zou krijgen, waar alle bedrijven aan zouden komen. Inmiddels blijken de bedrijven zo groot, dat er maar één per kavel past. De al in De Hoek en Rijsenhout aangetroffen megalomanie heeft hier ook wortel geschoten. Als tegenwicht zien we bij het naderen van de Machineweg links een oude schoorsteen met ketelhuis. Ze zijn gered door een architectenbureau dat zich hier heeft gevestigd. Verspreid over Aalsmeer vind je her en der nog maar enkele schoorstenen en nog minder ketelhuizen, terwijl er vroeger honderden hebben gestaan. Het behoud bleek niet af te dwingen.

Arbeidsmigranten

Rechtsaf de Machineweg op, over de kruising met de Hornweg. Daar zit een Poolse supermarkt, de enige in Aalsmeer sinds de supermarkt op de Ophelialaan is afgebrand. Polen komen veel werken in Aalsmeer, reden voor de volksmond om de arbeidsmigrantenhotels om te dopen tot ‘Polenhotels’. Iets verderop aan de Japanlaan is een sober appartementencomplex voor arbeidsmigranten neergezet. Wat de plaatselijke bevolking de reactie ontlokte: ‘En dat terwijl onze kinderen jaren op woonruimte moeten wachten.’ Toch gaat de bouw van zulke accommodaties door, al wordt daar zo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan gegeven. Vlakbij, waar je van de Legmeerdijk de N201 op kunt, is een groot ‘echt’ hotel neergezet, dat in de eerste plaats voor de arbeidsmigranten is bedoeld. Het is nog net niet open. Op de Japanlaan passeren we enkele bijzonder grootschalige bedrijfsgebouwen. Bijvoorbeeld de grootste bakkerij van Nederland, die zich hier mocht vestigen met als grapje: ‘Ook bakkerijen zijn bloem-gerelateerd’.

Op de Japanlaan passeren we enkele bijzonder grootschalige bedrijfsgebouwen. Bijvoorbeeld de grootste bakkerij van Nederland, die zich hier mocht vestigen met als grapje: ‘Ook bakkerijen zijn bloem-gerelateerd’.

De uitbreiding van Flora Holland

Onder de N201 door rijden we langs het veilingterrein. Rechts zien we het oude hart van Flora Holland, waar direct zichtbaar is hoeveel vrachtwagens hier wel niet rijden en parkeren. (We zullen tijdens de presentatie met discussie in de brasserie ook merken hoeveel vrachtwagens er wel niet langsrijden.) We slaan nog niet rechtsaf naar het hoofdkantoor, maar linksaf naar het later toegevoegde Flora Holland-Zuid. Hier kruisen we een bijzonder oude polderdijk (naar schatting uit 1100) die ook meteen de grens markeert tussen de gemeenten Aalsmeer en Uithoorn. De veiling is dus al tot in Uithoorn uitgebreid. De veiling heeft ook al een stuk grond gereserveerd aan de overkant van de N196 (de oude N201).

De veiling is een coöperatie, gezamenlijk eigendom van duizenden kwekers. Zij hechten meer aan toegankelijkheid dan aan beveiliging. Het complex blijft daarom een heel groot deel van de dag open; dat er dan af en toe iets ontvreemd of vernield wordt, nemen ze voor lief. Een klein nadeel begint wel te worden dat de cokesmokkel nu ook de mogelijkheden van de veiling begint te ontdekken.

We rijden onder de luchttransportband door, die van het hoofdgebouw naar dit nieuwere gebied (Veiling-Zuid) loopt, en gaan dan door naar het oude hart van Flora Holland. De bus kan de steile oprit naar het parkeerdek niet aan. De deelnemers lopen het laatste stuk naar boven. Daar is vrijwel 360 graden uitzicht op het landschap waar we net doorheen zijn gereden: kassen, loodsen, transport en parkeren afgewisseld met prachtige waterrijke stukken groen, en in de verte Schiphol en de Zuidas. Het gezelschap staat direct boven de brasserie, die via een tamelijk lange trap wordt bereikt. Einde rondrit, begin van de dialoog.

Daar is vrijwel 360 graden uitzicht op het landschap waar we net doorheen zijn gereden: kassen, loodsen, transport en parkeren afgewisseld met prachtige waterrijke stukken groen, en in de verte Schiphol en de Zuidas.